EPB NIET RESIDENTIELE GEBOUWEN
De verplichtingen en maatregelen voor niet-residentiële gebouwen gelden per gebouweenheid.
Een niet-residentiële gebouweenheid is een gebouweenheid met een niet-residentiële hoofdbestemming (De bestemming van de gebouwdelen die de grootste bruikbare vloeroppervlakte innemen.). Het gaat om gebouweenheden met een kantoor-, school-, gezondheids-, sport-, handels-, horeca- of bijeenkomstfunctie, of eenheden in publieke gebouwen of overheidsgebouwen.KLIK voor de site van het VEKA (Vlaams Energie en Klimaat Agentschap)De verplichtingen en maatregelen voor niet-residentiële gebouwen gelden per gebouweenheid (De kleinste eenheid binnen een gebouw die zelfstandig kan functioneren en een eigen afsluitbare toegang heeft vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde circulatieruimte).
Een gebouweenheid: De kleinste eenheid binnen een gebouw die zelfstandig kan functioneren en een eigen afsluitbare toegang heeft vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde circulatieruimte).
Een niet-residentiële gebouweenheid is een gebouweenheid met een niet-residentiële hoofdbestemming (De bestemming van de gebouwdelen die de grootste bruikbare vloeroppervlakte innemen.). Het gaat om gebouweenheden met een kantoor-, school-, gezondheids-, sport-, handels-, horeca- of bijeenkomstfunctie, of eenheden in publieke gebouwen of overheidsgebouwen.
De bestemming van een gebouw of gebouweenheid wordt bepaald door de manier waarop deze gebruikt wordt. Onderstaande gebouwtoepassingen zijn niet te beschouwen als niet-residentieel:
wonen
industrieel gebruik: bv. werk- of opslagplaatsen, loodsen, …
landbouwbedrijf
erediensten en religieuze activiteiten
De volgende gevallen vallen steeds buiten het toepassingsgebied van het beleid voor niet-residentiële gebouweenheden:
tijdelijke gebouweenheden die niet langer dan twee jaar worden gebruikt
alleenstaande gebouwen met een totale bruikbare vloeroppervlakte van minder dan 50 m2
KLIK voor de site van het VEKA (Vlaams Energie en Klimaat Agentschap)